Kaarten (geel & rood)

Bij een overtreding of onsportief gedrag kan een scheidsrechter besluiten een gele of rode kaart te geven. Hieronder staat een toelichting op gele en rode kaarten.

Alle officiële waarschuwingen worden door de KNVB geregistreerd. Hiervoor zijn aan de KNVB administratiekosten verschuldigd.
Bij onze vereniging geldt dat alle boetes voor rekening van de overtreder zijn!

Gele kaart

Een speler die een spelbederf- of een licht gewelddadige overtreding maakt krijgt van
de scheidsrechter een officiële waarschuwing, een gele kaart. Hiervan wordt melding gemaakt op het wedstrijdformulier. Bij twee gele kaarten in dezelfde wedstrijd kan de betreffende speler gaan douchen, twee keer geel = rood.

Gevolgen

De eerste drie gele kaarten hebben afgezien van de boete geen verdere gevolgen. Vanaf de vierde tot en met de tiende gele kaart heeft iedere kaart 1 wedstrijd uitsluiting tot gevolg, vanaf de elfde (!) kaart is dit iedere keer 2 wedstrijden.
In de volksmond hebben we het eigenlijk altijd over een “schorsing” in plaats van uitsluiting. Een uitsluiting geldt voor een bepaalde duur of voor een aantal wedstrijden, een schorsing gaat veel verder. Voor het gemak en de duidelijkheid houden we hierna toch maar vast aan de, in de praktijk, gangbare term “schorsing”.
Na afloop van het seizoen vervallen alle gele kaarten en komt de teller dus weer op nul. Echter, een schorsing blijft wel staan tot het volgende seizoen.

Competitie- en bekerwedstrijden

Voor competitie- en bekerwedstrijden bestaan aparte registratiesystemen waarin gele kaarten worden geregistreerd. Wanneer in één van beide systemen meer dan drie gele kaarten zijn geregistreerd, geldt de uitsluiting die daarop volgt voor een officiële wedstrijd in één van beide competities. Wanneer een speler b.v. in een bekerwedstrijd zijn vierde gele kaart van de bekercompetitie ontvangt, volgt er dus een uitsluiting die van toepassing is op de eerstvolgende officiële wedstrijd. Het maakt dan niet uit of dit een competitie- of bekerwedstrijd is.

Rode kaart

Bij gewelddadige handelingen en ernstig wangedrag trekt de scheidsrechter de rode kaart. De speler moet direct het veld verlaten (achter de omheining, dus ook niet in de dug-out). Hiervan wordt melding gemaakt op het wedstrijdformulier. De Tuchtcommissie doet op een zo kort mogelijke termijn een uitspraak.

Gevolgen

De KNVB voert een lik – op – stukbeleid. Dit betekent dat een speler die met een directe rode kaart van het veld is gezonden automatisch niet mag deelnemen aan de eerstvolgende bindende wedstrijd van zijn team. Tot en met de dag waarop dit team één bindende heeft
gespeeld, is de speler ook niet gerechtigd om in een ander elftal van de vereniging uit te komen. Om de competitie in de eindfase een eerlijk verloop te laten hebben is er van 15 maart tot het einde van de competitie een verkorte procedure van kracht voor de
afwikkeling van bepaalde tuchtzaken.

Schikkingsvoorstel

Na een direct rode kaart behoeft in eerste instantie alleen de scheidsrechter een rapport op te maken. De tuchtcommissie bestudeert het wedstrijdformulier en de verklaring van de scheidsrechter. Op basis hiervan wordt door de tuchtcommissie een schikkingsvoorstel verzonden naar de speler. Als de betrokken speler niet binnen een termijn van drie werkdagen reageert door middel van een schriftelijk gemotiveerd verweerschrift, wordt aangenomen dat het voorstel is aanvaard en is de straf daarmee onherroepelijk.
Als de speler niet akkoord gaat en dit tijdig schriftelijk kenbaar maakt, volgt alsnog een tuchtrechtelijke behandeling waarbij verklaringen worden gevraagd van beide verenigingen, de tegenspeler en de eventuele rapporteur en waarnemer. Op basis hiervan doet de tuchtcommissie vervolgens uitspraak.

Belangrijk om te weten is dat de straf bij een schikkingsvoorstel in de regel lager is dan bij een volledige behandeling. Door niet akkoord te gaan met een schikkingsvoorstel loop je dus het risico dat uiteindelijk door de tuchtcommissie een hogere straf wordt opgelegd.
Van de uitspraak van de tuchtcommissie bestaat in vrijwel alle gevallen de mogelijkheid hiertegen in beroep te gaan.

Gele en rode kaarten voor personen op de “bank”.

Binnen het amateurvoetbal kunnen scheidsrechters ook gele en rode kaarten geven aan personen die op de bank mogen zitten. Dit geldt dus voor zowel wisselspelers als niet-spelers (trainer, verzorger, elftalbegeleider, enzovoort).
Bij het geven van een gele kaart aan een trainer of coach of een op de bank zittende wisselspeler, wordt deze kaart vermeld op het wedstrijdformulier. Als de wisselspeler daarna aan de wedstrijd deelneemt en de scheidsrechtert is genoodzaakt deze speler opnieuw een gele kaart te tonen, dan dient deze tweede gele kaart direct gevolgd te worden door een rode kaart (dus veldverwijdering).
Als aan een wisselspeler een rode kaart wordt getoond, terwijl hij op de bank zit, kan hij daarna niet aan de wedstrijd deelnemen. Bovendien dient de speler zich buiten de afrastering te begeven.
Deze bijzondere regeling is niet van toepassing op de assistent-scheidsrechter.

Kaarten en uitsluitingen eindfase seizoen

Iedereen in het amateurvoetbal begint het volgende seizoen weer met nul gele kaarten, zowel in de beker als reguliere competitie. Wanneer iemand echter nog een uitsluiting van het vorig seizoen heeft staan, wordt deze meegenomen naar het volgende voetbaljaar.

Wanneer een uitsluiting is opgelopen in een competitie- of nacompetitiewedstrijd dan moet deze worden uitgezeten in de eerste competitiewedstrijd(en) van het nieuwe seizoen 0. Bij een uitsluiting in het bekertoernooi geldt deze voor de eerste bekerwedstrijd van het komende seizoen.
Mocht een team geen beker spelen, maar wel een speler hebben die hier nog een uitsluiting heeft staan, dan wordt deze meegenomen naar het eerstvolgende seizoen waarin de speler met het team wel is ingeschreven voor het bekertoernooi.